Gevaar op de weg

Ik reed op weg van mijn vriendinnetje Marieke naar huis en dat is altijd weer een heel avontuur; zeker in deze zomermaanden waarin de mensen hun hersenen thuis hebben gelaten. We hadden het net bij het eten nog over al die gekke dingen die je elke dag weer op de weg ziet. Dat het altijd nog weer goed gaat is een regelrecht wonder, want je ziet wat rare capriolen. Ons dorp heeft 2 grote kruisingen en geen stoplichten, bijna geen voetgangers, fietsers, of brommers.  “Eitje,” zou je denken, en toch is het altijd weer goed voor een hoop interessante en vooral gevaarlijke situaties. Ik denk dat als iemand een terras aan de weg zou hebben, die er goed geld mee zou kunnen verdienen… Lijkt me heerlijk, een drankje drinken met gratis weg entertainment, want het is non-stop.

Nu ook net weer. Ik nader de grote weg en wil linksaf, dus heb geen voorrang. Er komt een hele grote truck met  caravan van links op de snelweg aan en die wil linksaf slaan. Maar…. omdat ik als eerste bij de kruising stond gaat ie op mij staan wachten. En dat terwijl ik er met de beste wil van de wereld nog geen voorrang uit kan persen. Dus…. wacht ik… en wacht ik nog wat…. en als ie dan toch besluit om te gaan moet ik nog wat langer wachten… want inmiddels is er alweer een hele sliert met auto’s de bocht om gekomen waar ik dan weer heerlijk op moet gaan staan wachten (je begrijpt het al, ik ben en blijf natuurlijk een ongeduldige Nederlander en dat verandert geloof ik nooit).

De mensen hier hebben werkelijk geen flauw benul van verkeersregels. Ze doen maar wat. Voorrangskruisingen worden als four-way-crossings benaderd… wie het eerst bij de kruising aankomt en bij het stop bord is gestopt mag als eerste gaan…. ze wuiven vriendelijk dat je toch vooral voort moet maken om voor ze langs af te slaan, hoewel je geen voorrang hebt en je volledig fout zit mochten ze toch nog op het laatste moment besluiten dat ze toch maar gaan.  Het is niet voor niets dat je hier een veel grotere kans hebt om in het verkeer te overlijden dan om aan een hartaanval of kanker te overlijden. Angstig maar waar.

Laatst werd er nog een hele discussie op Facebook gehouden over hoe een rotonde nou eigenlijk werkte. Ja, je gelooft je oren niet, maar er zijn hier nog mensen die nog nooit van zijn leven met een rotonde te maken hebben gehad. Laat staan erover heen zijn gereden.

Je zou zeggen dat ze eens over rijlessen moesten gaan nadenken, maar ik vrees dat dat nog wel lang gaat duren, voordat ze dat beseffen. Tot die tijd begeef ik me iedere dag weer in het interessante verkeer van Clearwater en hoop maar dat het goed gaat.

Advertentie

Koekje bij de koffie

Vanmorgen viel me weer iets typisch Canadees op waar ik als Nederlander nog steeds niet aan gewend ben. Het ontbreken van het befaamde koekje bij de koffie!

We zaten heerlijk op ons balkon (ik wilde zeggen balkonnetje, maar ons balkon is echt mega groot dus daar kom ik niet mee weg) in het eerste lentezonnetje van een bakkie te genieten toen onze oude buren met hun oppashond langsliepen. We nodigden ze natuurlijk uit voor een kopje koffie en behalve speculaasjes (waar de meeste Canadezen niet erg dol op zijn, dus heb ik die maar niet aangeboden) had ik geen koekjes in huis. Gelukkig niet getreurd, want als je hier  geen koekje aanbiedt dan is er geen man overboord al voelt het voor mij altijd alsof ik geen goede gastvrouw ben. Het wordt niet gemist, want ze kennen het niet. Het is veel eerder een belediging als je met een miezerig klein kopje koffie aankomt. Maar… laten we wel wezen… dit is een van de dingen die ik met graagte in Canada in zou voeren… het koekje bij de koffie…

Winter in het Canadese achterland

Een tijdje geleden zat met mijn man bij ons plaatselijke hotel te ontbijten. Omdat het nogal druk was (de Canadezen vinden ontbijten nou eenmaal heerlijk en zeker in een klein dorp als Clearwater is het soms het enige vertier van de dag) ploften we neer in een rare hoek naast, wat later bleek, drie Nederlanders op doorreis te zijn.

Ik heb sinds een paar jaar de gewoonte aangenomen om niet meer meteen in het Nederlands te beginnen tegen Nederlands die ik tegenkom. Reden: ik word tegenwoordig soms nogal moe om steeds hetzelfde verhaal te moeten afdraaien hoe ik in Canada ben beland. In het begin is het erg interessant, maar het zal wel  deel van het aanpassingsproces zijn dat je dat op een gegeven moment niet meer wilt. Na al die jaren hier, horen de Nederlanders gelukkig mijn Nederlandse accent niet meer en pikken alleen de Canadezen het nog op. In het algemeen betekent het dat je soms vrij grappige gesprekken afluistert, zoals ook nu. Een van de Nederlanders vroeg zich hardop af: “Wat doé je nou zo de hele dag in dit dorp?” In mijn hoofd klonk het: “Nou, om heel eerlijk te zijn… in de winter eigenlijk niet zoveel.”

Daarna vervolgde het gesprek met het eeuwige “Mijn mobiel doet het niet, doet de jouwe het hier? Het dorp zal wel te klein zijn voor mobiele telefoons. Hij doet het straks vast wel weer in Kamloops.” Ik heb hier al menig super gestresste Nederlander gezien waarvan de mobiele telefoon niet werkte (eigenlijk iedere zomer, de hele zomer door). Alleen maar omdat de KPN heeft nou eenmaal geen contract met Telus in dit dorp.

Oh, en toen het laatste: “Waarom staat er altijd een fles met tomatenketchup op tafel?” Een van de Nederlanders had opgemerkt dat ze het over hun ontbijt gooien. Ze merkte op “dat die Canadezen lekker schijnen te vinden.” Waarop ik niet lang daarna ook naar de ketchupfles reikte en het heerlijk over mijn eieren verspreidde (laten we wel wezen, er is niets lekkerders dan tomatenketchup op je eieren! en die gewoonte heb ik dus ook meteen overgenomen). De Nederlanders keken mekaar daarop begrijpend aan.

Les 1 voor de toerist in Canada: “Wees voorzichtig met wat je zegt, want er is ALTIJD iemand in de buurt die jouw taal spreekt!” Het is gewoon echt zo.

Prins Friso en lawines

Gisteren was het exact 2 jaar geleden dat een vriend en collega van mij in een lawine werd gedood. Het nieuws van Prins Friso sloeg dan ook in als een bom toen ik dus nietsvermoedend gisterochtend de Telegraaf op het Internet opende. Alles van wat er die dag 2 jaar geleden gebeurde kwam weer in alle hevigheid terug. Het is echt ongelofelijk watvoor een impact een lawine op je leven heeft.

Mijn man is altijd erg actief is geweest in het back country skieen en heeft ook lange tijd lawine onderzoek gedaan voor de universiteit van Calgary. De kans zat er altijd dik in dat ik zulk nieuws ook een keer zou krijgen, want lawine onderzoekers hebben een kans van 1:2  kans om te sterven op hun werk (lees: in een lawine), dus je houdt er in je achterhoofd altijd rekening mee, maar gelukkig is dat (laten we het afkloppen) nooit gebeurd.

Omdat ik over de jaren heen ook regelmatig het achterland ben ingegaan en een paar jaar bij een helicopter ski bedrijf heb gewerkt in het gidsenhuis waar dagelijks de lawine notering (1-5) werd besproken heb ik wel het een en ander van lawines meegekregen. Het is een dagelijkse dans met de dood en eentje waarvan iedereen toch stiekem hoopt dat het hem/haar niet zal overkomen. Daar heb ik een ding van geleerd.

Je weet nooit wie een lawine wel en niet overleeft. Ik ken diverse mensen die er een op heel wonderlijke wijze hebben overleefd. Eentje had wel alle botten in zijn lijf gebroken, maar er zijn er ook die er zonder zware verwondingen van is weglopen.

Zo ook in het geval van onze vriend. Hij overleed (en hij was nota bene de dokter in het gezelschap), maar de twee andere mensen in zijn groepje, waarvan een ook een goede vriend van ons is, hebben het wonder boven wonder zonder een schrammetje overleefd. Ook zij hebben net als Prins Friso 20 minuten onder de sneeuw gelegen totdat een van hen zich uit wist te graven en daarna eerst de een en toen de ander uitgroef.

Ik hoop dus dat het helemaal goedkomt met Prins Friso, want je weet het echt niet.

Uit eten in Canada – vervolg

Nog niet zolang geleden schreef ik over de interessante ervaring van het uit eten gaan in ons dorp. En jawel, al snel volgden er meer verhalen.

Mijn Nederlandse vriendin hier ging vorige week ook een gezellig met haar man uit eten bij dezelfde gelegenheid waar wij al meerdere malen ontplofte krabrolletjes geserveerd kregen. Ze bestelde haar lunch en na een tijdje wachten kreeg ze iets heel anders voorgezet dan ze besteld had. Natuurlijk beklaagde ze zich bij de serveerster, die daarop doodleuk meldde dat ze per ongeluk de verkeerde order moest hebben ingetoetst en het daarbij liet. Mijn vriendin en haar man verbijsterd achterlatend. Mijn man en ik hebben ons nog dagenlang om het voorval bescheurd.

Maar goed, inmiddels was ik even in Vancouver een weekje vakantie en daar vertelde ik dus het verhaal van de verkeerd geserveerde lunch aan de tijdelijke huisbaas van mijn man. En hij vertelde me dat dit soort situaties zelfs in de grote stad voorkomen. Nog niet zolang geleden gingen hij en zijn vrouw uit eten. Hij kreeg een koude doorgekookte biefstuk geserveerd en toen hij er iets van zei, kreeg hij als respons “Ik weet ook niet wat ik daaraan moet doen”, gevolgd door een stralend lieve lach (de serveerster dacht dat ze met haar uiterlijk wel het een en ander goed kon maken, maar… zijn vrouw was erbij, dus dat hielp niet erg).

Het gekke van deze verhalen is dat toen ik net in Canada was, ik de service hier altijd zo ontzettend goed vond. In Nederland werd ik aan de lopende band vergeten, moest ik bij de meeste restaurants toch wel erg lang op mijn eten wachten, en was proberen de aandacht van de ober te trekken om de rekening te vragen in het algemeen kansloos, etc., etc. Niet hier. Alles liep (en loopt) altijd gesmeerd (afgezien van de verkeerde orders of ontplofte krabrolletjes). Je komt binnen, krijgt een tafeltje en meestal binnen 5 minuten na aankomst staat je drankje voor je neus, waarna je order meteen wordt opgenomen. Over het algemeen heb je binnen 30-45 minuten wel je eten. De ober legt meestal halverwege de koffie de rekening bij je neer met de mededeling dat er geen haast is met betalen. Na ongeveer anderhalf uur sta je weer buiten.

Ach, zo zie je maar weer dat alles zo z’n voors- en tegens heeft.

Sinterklaas

Het is alweer bijna Sinterklaas en dat maakt altijd dat ik wat heimwee krijg, want er niets zo gezellig als een goed ouderwets avondje van Sinterklaas met pakjes en heel veel snoepgoed.

Mijn man snapt het geloof ik maar half. Hij heeft weleens een erg grappig gedicht voor me geschreven, maar het concept van surprises heeft ie nog niet onder de knie. Zijn dochter schreef ook eens een gedicht voor me en wenste me daarin een “Vroklijk Kerstfeest” – ben er nog steeds niet helemaal achter of ik dat nou serieus moet nemen of niet.

Kennelijk ben ik braaf geweest, want de Sint heeft dit jaar maar liefst 3 pakjes in de post gestuurd! Nu moet ik dus geduldig wachten op 5 december, voordat ik ze open mag maken. Als je in het buitenland woont dan is er gewoon niets leukers dan het krijgen van pakjes. Het geeft mij altijd het gevoel dat er tenminste nog iemand ergens in deze wereld is die aan me denkt.  

Helaas hebben de Afrikaans-Canadezen dit jaar een klacht ingediend dat Zwarte Piet een racistisch figuur is, dus voor Sinterklaas (die hier ieder jaar ook de Nederlanders in Vancouver aandoet) geen hulpjes meer. Hij moet het dit jaar maar gewoon allemaal zelf doen. De Nederlanders hier zijn er – zoals verwacht mag worden – nogal van ondersteboven, want wij zijn ervan overtuigd dat Piet zwart is, omdat hij door de schoorstenen klimt om pakjes bij de kinderen te bezorgen. Helaas denken de Canadezen daar dus anders over. Ook wel begrijpelijk, maar toch voelt het een beetje als onrecht. Met dit soort kritiek word je dan toch ineens onverwacht on-Nederlands nationalistisch. Want…kom niet aan ons Sinterklaasfeest of je komt aan ons.

Vraag is nu wanneer de Kerstman van zijn Elfen af moet zien, omdat de dwergen zich aangesproken voelen. Wordt ongetwijfeld vervolgd.

Dubbele nationaliteit – waar een klein land werkelijk klein kan zijn

Ik las net weer in de Volkskrant op het Internet de eeuwig voortdurende discussie in Nederland over het hebben van een dubbele nationaliteit -http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2824/Politiek/article/detail/3029341/2011/11/11/Kamer-dubbel-paspoort-voor-expats-moet-kunnen.dhtml – en ik ben blij dat de Nederlanders die in het buitenland wonen nu eindelijk ook eens op hun poot spelen. Ik ben altijd weer verbaasd (en geirriteerd) hoe een klein land als Nederland, dat nota bene groot is geworden het bevaren van de wereldzeeën en het verkennen van de wereld, nog steeds zo verschrikkelijk klein kan zijn.

Het gekke is dat we onszelf altijd op de borst rammen dat we zulke “wereldburgers” zijn. De meeste Nederlanders (die ik ken) houden van reizen en je komt ze werkelijk overal tegen. We vinden het heerlijk om de wereld te verkennen. Velen van ons dompelen zich graag onder in andere culturen. Onze economie drijft op de handel met andere landen en er zijn dus heel veel redenen waarom Nederlanders voor kortere of langere tijd in een ander land belanden.

Maar helaas, als het op dubbele nationaliteit aankomt dan kruipen we weer heel hard terug in ons eigen landje en is er ineens niets meer mogelijk, terwijl je juist zou denken dat het andersom zou zijn. De hele discussie over dubbele nationaliteit vertaalt zich bij mij in ieder geval naar het beeld van die Nederlanders onder ons die jarenlang met dezelfde mensen naar dezelfde camping gaan met de achterbak vol met aardappelen en koffie.

Zelfs België is op het gebied van de dubbele nationaliteit vooruitstrevender dan ons Nederlanders. Ze hebben er nog niet eens zo heel lang geleden de wet veranderd en daar mag je nu gewoon twee nationaliteiten bezitten. Ook voor de Canadezen is het hebben van twee paspoorten absoluut geen probleem. Je hoort er hier in ieder geval nooit iemand over en ik ken toch wel wat mensen (ook in Nederland) met zelfs meer dan 2 paspoorten. 

Ik vind het ook raar dat je nooit iets hoort over het feit dat Koningin Beatrix en Prinses Maxima twee nationaliteiten bezitten. Waarom vindt nou nooit iemand dat zij hun tweede nationaliteit op moeten geven (al kan Maxima dat niet omdat de Argentijnse wet dat niet toestaat)?! Dit riekt  toch naar het meten met meerdere maten?

Misschien omdat het leven niet zo zwart/wit is, zoals we doorgaans graag zouden willen geloven? We houden er helaas ontzettend van om mensen in hokjes te kunnen plaatsen, dat maakt het leven immers een stuk aangenamer (en rustiger). En mensen die emigreren zijn lastig. Zij passen niet meer alleen in ons hokje. Ze vallen ineens ook in een ander hokje. En dat is dan wel weer erg eng. Die mensen rekken immers onze regels op en dat zou niet mogelijk moeten zijn.

Je zou juist denken dat Nederland ontzettend trots op zou zijn op iedere Nederlander  waar dan ook in de wereld en dat ze vooral alle Nederlanders vast zou willen houden desnoods met meer dan 1 paspoort. Helaas, is niets minder waar, getuige dit nieuwe wetsvoorstel en dat vind ik jammer. We zouden best wel weer eens een beetje terug mogen naar ons oude ruimdenkende zelf.

Ik ga op reis en ik sleep mee

Ik sta er altijd weer versteld van wat je mee moet nemen als je hier op een tripje gaat.

Als we naar Vancouver dan gaat al gauw de hele kledingkast mee, zeker als het winter is. Je gaat op de meeste trips door tenminste 2 klimaatzones en dus…. neem je je donzen winterjas mee, je regenjack, je d’r tussenin jack, kleren voor als het warm is, kleren voor als het koud is, kleren voor als ’t vriest, kleren voor als het regent dat het giet. Oh, en dan niet te vergeten de schoenen. Ik lijk meestal Imelda Marcos wel al geloof ik niet dat ze zo’n outdoor type was, dus haar assortiment schoenen zal wel niet op de mijne lijken en dus nemen we voor het gemak de wandelschoenen, bergschoenen, regenlaarzen, gewone schoenen, schoenen voor als je uit eten wilt (je weet tenminste maar nooit) mee. En da’s dan alleen nog als je niet echt plant om andere woeste dingen te doen, lees: bergbeklimmen, kanoen, kayaken, skieen, enz.

Niet zo gek dat het altijd lijkt alsof je gaat verhuizen. En dan hebben we alleen maar een hond en nog niet eens kinderen.

Het treurige is dat ik er na dat gezeul toch altijd weer achterkom dat ik wel iets vergeten ben (bijna ongelofelijk, omdat ik toch echt wel bijna mijn hele kledingkast dacht te hebben meegenomen) of dat ik toch nog een misrekening heb gemaakt wat het weer betreft. Zoals laatst. Toen had ik veel te warme sokken bij me en liep ik een paar dagen gewoon te koken in mijn schoenen, omdat ik geen katoenensokken had meegenomen. Of vorig jaar, toen bleek dat ik zowaar geen gewone t-shirts met korte mouwen had meegenomen, omdat ik dacht dat het toch echt kouder in Vancouver zou zijn dan waar wij wonen.

Misschien is dat wel de reden waarom iedereen hier zulke grote auto’s rijdt; anders passen we er zelf gewoon niet meer bij.

Dit zijn de momenten dat ons kleine kneuterlandje wel mis. Het weer aan de ene kant van het land is meestal niet zo heel veel anders dan de andere kant van het land, dus aan 1 volle tas heb je meestal wel genoeg.

Uit eten hier in de winter

Verhuizen van een grote Nederlandse stad naar een klein Canadees dorp op het platteland (in een diepe economische recessie) heeft zo z’n gevolgen, zoals bijvoorbeeld de uiterst beperkte selectie van restaurants om bij uit eten te gaan. Zeker in de winter. In de zomer is er nog een aardig aantal leuke eetgelegenheden waar je redelijk goed kunt eten met een prachtig uitzicht, maar zodra het oktober is dan blijven er maar zo’n drie opties over; de plaatselijke kroeg, de andere plaatselijke kroeg en de afhaalpizzaboer.

En dus komen we altijd in die ene plaatselijke kroeg terecht waar het menu al de laatste 33 jaar (zolang als het bestaat) niet meer is veranderd en dat we dus na 5 jaar hier wel zo’n beetje uit ons hoofd kennen.

De bediening is op zijn zachtst gezegd interessant. Waar je in Nederland nogal eens vergeten wordt te bedienen, krijg je hier met andere dingen te maken.

De andere dag nog kregen we voor de verandering (ja, je leest het goed!) weer eens ontplofte crab rolls – een soort met krab gevulde loempiaatjes – geserveerd. De serveerster zette ze, zonder een spier te vertrekken of enige verontschuldiging, voor ons neer. De uiteinden waren duidelijk verbrand en toen we ze omdraaiden zagen we een diepe krater in het midden waar de vulling spontaan uit was geploft. Toch aardig dat ze nog de moeite hadden gedaan om het nog wat te laten lijken door de goede kant boven te leggen. En dus gebaarden we dat we dit toch niet acceptabel vonden. Gelukkig werd ons, na wat geklaag, een nieuwe set geleverd die er beter uitzag, omdat het vet inmiddels goed was opgewarmd.  Toch was ik met stomheid geslagen over het feit dat de serveerster het helemaal niet onacceptabel vond om ons dit voor te zetten, want om nou te zeggen dat het goedkoop is om daar te eten…. In Nederland zouden ze zeggen: “Voor een riks krijg je niks.” (Kan je zien dat ik nog uit het gulden tijdperk stam?) Nou, hier krijg je voor Can $ 10.00 nog niks.

Nou stonden we (mijn man en ik) er niet eens zo heel erg van te kijken, zoals je hier al helemaal eigenlijk nergens meer raar van opkijkt, want dit was ons dus al eens eerder overkomen, al verontschuldigde de serveerster zich toen wel meteen toen ze de order voor ons neerzette. Zij had de koks voor het verlaten van de keuken al laten weten dat ze, na het roken van hun sigaretje, een nieuwe order moesten maken.  Helaas vond ook zij het niet raar om deze crab rolls gewoon te serveren en niet achter te houden in afwachting van een nieuwe order.

En wij? Wij lachen er nog regelmatig smakelijk om, want dat is al dat je kan doen hier.

Alweer 8 jaar in Canada

In eerste instantie was ik mijn blog op blogspot begonnen, maar ik geloof  dat ik me meer thuis voel op WordPress, dus vandaar dat ik hier opnieuw begin.

Het is alweer bijna 8 jaar geleden dat ik officieel in Canada mocht wonen. Als ik nu terugkijk dan is er veel gebeurd en ik verbaas me nog elke dag over, voor mij, soms gekke en bizarre Canadese gewoonten. Daarom vond ik dit een goed moment om mijn ervaringen eens in een blog vast te leggen en met de rest van de wereld te delen.

Ik dacht altijd dat mensen die van reizen houden en veel reizen automatisch ook wereldburgers waren. Ik vond mezelf altijd wel een wereldburger. Andere culturen waren vreselijk interessant en aangezien ik gek op reizen ben, dacht ik dat ik me ergens wel snel en redelijk makkelijk zou kunnen aanpassen, zolang ik de taal maar onder de knie zou krijgen. Helaas blijkt het leven en jezelf aanpassen in een ander land en een andere cultuur, zelfs als deze dichtbij je eigen cultuur staat, lastig. Zelfs na 8 jaar in Canada kijk ik nog iedere dag met verbazing naar hoe anders dingen kunnen zijn. Ik heb het er regelmatig over met de paar Nederlandse vriendinnen die ik hier heb. Je houdt (althans ik niet) eigenlijk nooit op met vergelijken. “Hoezo wereldburger?” is dan ook een vraag die ik mezelf regelmatig stel.

Gelukkig leidt dat dan ook wel weer tot interessante geprekstof. Emigratie is een fascinerend concept en het doet allerlei onverwachte dingen met een mens. Het aanpassingsproces is nooit af, hoe hard je ook je best doet.