Ik ga op reis en ik sleep mee

Ik sta er altijd weer versteld van wat je mee moet nemen als je hier op een tripje gaat.

Als we naar Vancouver dan gaat al gauw de hele kledingkast mee, zeker als het winter is. Je gaat op de meeste trips door tenminste 2 klimaatzones en dus…. neem je je donzen winterjas mee, je regenjack, je d’r tussenin jack, kleren voor als het warm is, kleren voor als het koud is, kleren voor als ’t vriest, kleren voor als het regent dat het giet. Oh, en dan niet te vergeten de schoenen. Ik lijk meestal Imelda Marcos wel al geloof ik niet dat ze zo’n outdoor type was, dus haar assortiment schoenen zal wel niet op de mijne lijken en dus nemen we voor het gemak de wandelschoenen, bergschoenen, regenlaarzen, gewone schoenen, schoenen voor als je uit eten wilt (je weet tenminste maar nooit) mee. En da’s dan alleen nog als je niet echt plant om andere woeste dingen te doen, lees: bergbeklimmen, kanoen, kayaken, skieen, enz.

Niet zo gek dat het altijd lijkt alsof je gaat verhuizen. En dan hebben we alleen maar een hond en nog niet eens kinderen.

Het treurige is dat ik er na dat gezeul toch altijd weer achterkom dat ik wel iets vergeten ben (bijna ongelofelijk, omdat ik toch echt wel bijna mijn hele kledingkast dacht te hebben meegenomen) of dat ik toch nog een misrekening heb gemaakt wat het weer betreft. Zoals laatst. Toen had ik veel te warme sokken bij me en liep ik een paar dagen gewoon te koken in mijn schoenen, omdat ik geen katoenensokken had meegenomen. Of vorig jaar, toen bleek dat ik zowaar geen gewone t-shirts met korte mouwen had meegenomen, omdat ik dacht dat het toch echt kouder in Vancouver zou zijn dan waar wij wonen.

Misschien is dat wel de reden waarom iedereen hier zulke grote auto’s rijdt; anders passen we er zelf gewoon niet meer bij.

Dit zijn de momenten dat ons kleine kneuterlandje wel mis. Het weer aan de ene kant van het land is meestal niet zo heel veel anders dan de andere kant van het land, dus aan 1 volle tas heb je meestal wel genoeg.

Advertentie

Uit eten hier in de winter

Verhuizen van een grote Nederlandse stad naar een klein Canadees dorp op het platteland (in een diepe economische recessie) heeft zo z’n gevolgen, zoals bijvoorbeeld de uiterst beperkte selectie van restaurants om bij uit eten te gaan. Zeker in de winter. In de zomer is er nog een aardig aantal leuke eetgelegenheden waar je redelijk goed kunt eten met een prachtig uitzicht, maar zodra het oktober is dan blijven er maar zo’n drie opties over; de plaatselijke kroeg, de andere plaatselijke kroeg en de afhaalpizzaboer.

En dus komen we altijd in die ene plaatselijke kroeg terecht waar het menu al de laatste 33 jaar (zolang als het bestaat) niet meer is veranderd en dat we dus na 5 jaar hier wel zo’n beetje uit ons hoofd kennen.

De bediening is op zijn zachtst gezegd interessant. Waar je in Nederland nogal eens vergeten wordt te bedienen, krijg je hier met andere dingen te maken.

De andere dag nog kregen we voor de verandering (ja, je leest het goed!) weer eens ontplofte crab rolls – een soort met krab gevulde loempiaatjes – geserveerd. De serveerster zette ze, zonder een spier te vertrekken of enige verontschuldiging, voor ons neer. De uiteinden waren duidelijk verbrand en toen we ze omdraaiden zagen we een diepe krater in het midden waar de vulling spontaan uit was geploft. Toch aardig dat ze nog de moeite hadden gedaan om het nog wat te laten lijken door de goede kant boven te leggen. En dus gebaarden we dat we dit toch niet acceptabel vonden. Gelukkig werd ons, na wat geklaag, een nieuwe set geleverd die er beter uitzag, omdat het vet inmiddels goed was opgewarmd.  Toch was ik met stomheid geslagen over het feit dat de serveerster het helemaal niet onacceptabel vond om ons dit voor te zetten, want om nou te zeggen dat het goedkoop is om daar te eten…. In Nederland zouden ze zeggen: “Voor een riks krijg je niks.” (Kan je zien dat ik nog uit het gulden tijdperk stam?) Nou, hier krijg je voor Can $ 10.00 nog niks.

Nou stonden we (mijn man en ik) er niet eens zo heel erg van te kijken, zoals je hier al helemaal eigenlijk nergens meer raar van opkijkt, want dit was ons dus al eens eerder overkomen, al verontschuldigde de serveerster zich toen wel meteen toen ze de order voor ons neerzette. Zij had de koks voor het verlaten van de keuken al laten weten dat ze, na het roken van hun sigaretje, een nieuwe order moesten maken.  Helaas vond ook zij het niet raar om deze crab rolls gewoon te serveren en niet achter te houden in afwachting van een nieuwe order.

En wij? Wij lachen er nog regelmatig smakelijk om, want dat is al dat je kan doen hier.

Alweer 8 jaar in Canada

In eerste instantie was ik mijn blog op blogspot begonnen, maar ik geloof  dat ik me meer thuis voel op WordPress, dus vandaar dat ik hier opnieuw begin.

Het is alweer bijna 8 jaar geleden dat ik officieel in Canada mocht wonen. Als ik nu terugkijk dan is er veel gebeurd en ik verbaas me nog elke dag over, voor mij, soms gekke en bizarre Canadese gewoonten. Daarom vond ik dit een goed moment om mijn ervaringen eens in een blog vast te leggen en met de rest van de wereld te delen.

Ik dacht altijd dat mensen die van reizen houden en veel reizen automatisch ook wereldburgers waren. Ik vond mezelf altijd wel een wereldburger. Andere culturen waren vreselijk interessant en aangezien ik gek op reizen ben, dacht ik dat ik me ergens wel snel en redelijk makkelijk zou kunnen aanpassen, zolang ik de taal maar onder de knie zou krijgen. Helaas blijkt het leven en jezelf aanpassen in een ander land en een andere cultuur, zelfs als deze dichtbij je eigen cultuur staat, lastig. Zelfs na 8 jaar in Canada kijk ik nog iedere dag met verbazing naar hoe anders dingen kunnen zijn. Ik heb het er regelmatig over met de paar Nederlandse vriendinnen die ik hier heb. Je houdt (althans ik niet) eigenlijk nooit op met vergelijken. “Hoezo wereldburger?” is dan ook een vraag die ik mezelf regelmatig stel.

Gelukkig leidt dat dan ook wel weer tot interessante geprekstof. Emigratie is een fascinerend concept en het doet allerlei onverwachte dingen met een mens. Het aanpassingsproces is nooit af, hoe hard je ook je best doet.